Aalscholver staat op een houten paal in het water, met gespreide vleugels. In het water zwemmen eenden en meerkoeten.Foto: Meinke Fisscher

Het Weerwater is toch wel een van mijn favoriete stukjes Stedenwijk. Ik mag er graag langsfietsen, wandelen of skeeleren. Zeker op een zonnige, windstille dag, wanneer het water helemaal glad is. Dan geniet ik van de zon op mijn gezicht, de vogels om me heen en het prachtige uitzicht. Wanneer ik dan onder de wilgen door langs het Stedenwijkstrand ga, zie ik ze vaak al zitten op de palen, meestal op elke paal een. Met de vleugels wijd gespreid, alsof ze willen zeggen ‘wij zijn hier de baas, niemand maakt ons wat!’. Een beetje een arrogant mannetje lijkt het wel, die aalscholver.
In feite staat hij alleen maar zijn vleugels te drogen, en het zou net zo goed een zij kunnen zijn. Mannetjes en vrouwtjes verschillen in uiterlijk niet zo veel. Ze hebben een zwart verenkleed dat blauw en bronskleurig glanst. In het voorjaar krijgen ze witte wangen en dijen, de kop en hals krijgen een zilveren glans en de hals kleurt geel. Deze kleuren verdwijnen weer tegen het einde van het broedseizoen. Deze begint trouwens al in december en loopt tot ongeveer juni, waardoor broedparen soms twee legsels per seizoen kunnen uitbroeden. Ze broeden in kolonies, in grote takkennesten, hoog in een boom, en leggen dan 3-4 eieren per keer.
De reden dat ze hun vleugels moeten laten drogen is omdat ze hun voedsel onder water vangen. Het zijn echte viseters. Vanwege hun naam zou je denken dat ze van aal houden, maar ze zijn allerminst kieskeurig. Ze eten welke vis er voorhanden is. Ze zijn dol op baars, brasem en spiering. Ze duiken vanaf het wateroppervlak naar beneden om de vis te vangen. Een grote vis nemen ze eerst mee naar boven voordat ze hem opeten.
Aalscholvers komen in heel Nederland voor in de buurt van zout of zoet water. De grootste kolonies zijn in het waddengebied en het IJsselmeergebied. Een deel van de aalscholvers vliegt in de winter naar het zuiden, naar gebieden rond de Middellandse zee, maar een groot deel overwintert hier. Daarbij komen er vanuit het Oostzeegebied en Noord-Duitsland ook aalscholvers naar Nederland om te overwinteren. Als je meer wilt weten over waar ze broeden of hoe ze klinken dan kun je even kijken op de website van de vogelbescherming. Daar staat ook een filmpje en wat geluidsfragmenten.
Blijkbaar wordt de aalscholver nogal eens gezien als een bedreiging voor de commerciële visserij. Onlangs is zelfs geprobeerd om de beschermde status van deze vogels op te heffen. Maar de vissoorten die de vogels eten zijn over het algemeen niet interessant voor de commerciële visserij, dus ze mochten hun beschermde status behouden. En dat is maar goed ook. Ik vind het altijd een leuk gezicht, die aalscholvers in die arrogante houding op de houten palen. Als ik er langs fiets moet ik altijd even glimlachen. Nog een aanwinst voor onze mooie wijk.

Foto: Meinke Fisscher.

Door Kim

Mijn naam is Kim, en ik woon sinds 2013 met heel veel plezier in Stedenwijk samen met mijn man en twee kinderen. Ik werk als paleo-ecoloog bij een archeologisch adviesbureau. Dit betekent dat ik bij opgravingen onderzoek hoe de natuur er in een bepaalde tijd uitzag, of wat mensen aten. Met mijn stukjes in De Stedenwijker hoop ik buurtbewoners te verwonderen over de natuur in onze buurt. Want die is mooi en daar moeten we samen voor zorgen.