Op een ijskoude winterdag waggelde een kleine muis over een verlaten veld, zijn pootjes verstijfden van de kou. Zijn voorraad eten was op, zijn nest was verwaaid door een storm, en zijn vrienden waren allemaal diep onder de grond gekropen. De muis voelde zich hopeloos. “Waarom zou ik nog verder zoeken?” piepte hij zacht. “Er is niets meer over.”

Op dat moment dwarrelde er een sneeuwvlok op zijn neus. De muis keek omhoog. Nog één, en nog één. Binnen een paar tellen dansten er honderden vlokken om hem heen. Hoewel hij nog steeds koud was, voelde hij zich niet meer zo alleen. De lucht leek zachter, de wereld rustiger. En in de verte zag hij een warme gloed: het raam van een huisje, met licht en schaduw van mensen en misschien… kruimels?

De muis schudde zijn vacht uit, haalde diep adem en begon te lopen. Elke stap kraakte in de sneeuw, maar hij liep. En toen hij bij het huis aankwam, vond hij een schuilplekje onder een stapel hout — en ja hoor, een verloren stuk brood.

Die nacht viel de muis in slaap met een volle buik, en in zijn dromen voelde de wereld weer als een plek vol mogelijkheden.

Wanneer alles verloren lijkt, kan juist iets kleins — een gebaar, een sneeuwvlok, een sprankje licht — de hoop weer aanwakkeren.

Door Hanna

Computernerd, kickbokser en moeder met een liefde voor plantaardig koken en Britse humor. Ik woon sinds 2013 in het mooie Stedenwijk. Ik ben trots op Almere haar groene omgeving en het feit dat je soms sneller met de fiets bent dan met de auto. Voor de Stedenwijker maak ik filmpjes en schrijf onder andere recepten en ook verzorg ik de website.