In de zomer ga ik vaak zo rond schemertijd even op het balkon staan om te kijken of ik ze langs zie fladderen. Je moet goed opletten, want ze zijn razendsnel, die kleine fladderaars. Ik heb het natuurlijk over de vleermuizen. Van oudsher hebben deze zoogdieren een beetje een slechte reputatie en worden ze geassocieerd met alles wat mysterieus en donker is. Ook tijdens de huidige corona crisis lijken ze de schuld te krijgen, het virus zou van vleermuizen zijn overgesprongen op mensen. Hoewel het wel vaker voorkomt dat virussen overspringen van andere zoogdieren op mensen, is dat in dit geval nog allerminst bewezen.

Het mysterie rondom vleermuizen zal iets te maken hebben met het feit dat ze vooral ’s nachts leven. Pas rond schermertijd beginnen ze in actie te komen. Het zijn de enige zoogdieren die echt kunnen vliegen, dankzij de vlieghuid die zich tussen de vingers heeft ontwikkeld. Vandaar dat ze ook wel handvleugeligen worden genoemd. Volgens de website van de zoogdiervereniging komen er in de omgeving van Almere zeven soorten vleermuizen voor. Dit zijn de ruige dwergvleermuis, de gewone dwergvleermuis, de watervleermuis, de meervleermuis, de rosse vleermuis, de laatvlieger en de tweekleurige vleermuis.

Als ze ’s avonds uitvliegen gaan ze op jacht. De soorten die hier voorkomen jagen op insecten. Ze eten bijvoorbeeld kevers, nachtvlinders en muggen. Ik denk dat we ze als natuurlijke muggenbestrijder zeer dankbaar mogen zijn. Omdat vleermuizen in het donker jagen denken veel mensen dat ze blind zijn, maar dat is niet waar. Ze hebben wel degelijk ogen, waarmee ze kunnen zien. Alleen gebruiken ze voor het jagen een ander systeem: echolocatie. Ze zenden een hoge toon uit, te hoog voor ons mensen om te kunnen horen, en door de echo daarvan kunnen ze zich een perfect beeld vormen van de omgeving en waar hun prooi en eventuele gevaren zich bevinden.

Vleermuizen leven in kraamkolonies, dit zijn groepen van vrouwtjes en jongen die in grootte kunnen variëren van enkele tientallen tot enkele honderden. Mannetjes zijn niet welkom en leven tot het broedseizoen solitair. Door in kraamkolonies te leven kunnen enkele vrouwtjes de jongen beschermen, terwijl de andere vrouwtjes op zoek gaan naar voedsel voor zichzelf, want de jongen worden net als bij andere zoogdieren gezoogd. Vleermuisvrouwtjes krijgen maar één jong per jaar, deze worden meestal rond eind mei, begin juni geboren. De eerste dagen tot weken vliegt het kleintje met de moeder mee, door zich in haar vacht vast te grijpen, maar zodra het kleintje te zwaar wordt, blijft het achter in de kraamkolonie.

Zo rond eind juli, begin augustus verlaten de meeste dieren hun kolonie. De vrouwtjes gaan dan op zoek naar een mannetje, het paarseizoen is begonnen. Mannetjes bakenen een territorium af, waar ze rondvliegen om zoveel mogelijk vrouwtjes te lokken. Dit kan doorgaan tot begin oktober, wanneer de meeste vleermuissoorten aan hun winterslaap beginnen. Tijdens de winterslaap kunnen ze gedurende korte periodes overleven op hun vetreserves door hun hartslag en ademritme drastisch te verlangen. Maar op mildere dagen worden ze wakker om op jacht te gaan.

Vleermuizen zijn zeer georganiseerde dieren met een bijzondere levenswijze, die ze in de afgelopen 60 miljoen jaar hebben aangepast aan hun specifieke leefomstandigheden. En hoe meer je over ze te weten komt, hoe minder mysterieus ze worden, maar des te bijzonderder. Ik denk dat dit een dier is die we zeker in Stedenwijk moeten behouden, al is het alleen maar als muggenbestrijder.

Door Kim

Mijn naam is Kim, en ik woon sinds 2013 met heel veel plezier in Stedenwijk samen met mijn man en twee kinderen. Ik werk als paleo-ecoloog bij een archeologisch adviesbureau. Dit betekent dat ik bij opgravingen onderzoek hoe de natuur er in een bepaalde tijd uitzag, of wat mensen aten. Met mijn stukjes in De Stedenwijker hoop ik buurtbewoners te verwonderen over de natuur in onze buurt. Want die is mooi en daar moeten we samen voor zorgen.