Ik ben Jan-Willem Hekkelman en woon al 30 jaar in Almere. Na mijn studie geneeskunde heb ik gewerkt als militair arts en daarna 40 jaar als bedrijfsarts en verzekeringsarts.

Mijn ervaring in het kort

In mei 1981 moest ik in militaire dienst, het was in die tijd verplicht voor jongens. De eerste paar maanden werden de pas afgestudeerde artsen opgeleid in De Korporaal Van Oudheusdenkazerne in Hilversum tot militair arts. Meteen werd er gevraagd of er vrijwilligers waren voor de functie van kapitein-arts bij Unifil in Libanon.

UNIFIL, vredesmacht in Libanon

Ik was de enige, die dat wel wilde en zodoende werd ik in september uitgezonden naar Libanon. Eerst kreeg ik nog een spoedcursus in het militair hospitaal te Utrecht, op de spoedeisende hulp, en een speciale officiersopleiding om meer te leren omgaan met zware wapens en de kennis te vergroten van Unifil.

In september 1981 was het zover. We vlogen met tientallen soldaten naar Beiroet en vandaar naar Zuid-Libanon. Ik werd in de eerste instantie gestationeerd in Haris, alwaar het hoofdkwartier van Dutchbatt, het Nederlandse bataljon.

De reden waarom Unifil in Zuid-Libanon zat (en nu nog steeds zit), was om een buffer te vormen tussen Israël en de Palestijnen in Libanon. Nederland was goed vertegenwoordigd met relatief zware wapens, o.a. mortieren, pantserwagens en mitrailleurs. Ik zat er met 2 andere artsen (ook dienstplichtigen) en een 15-tal hospikken, jonge jongens, allen dienstplichtigen. Er was verder nog een sergeant en een sergeant-majoor, die wel beroepsmilitairen waren.

Samen vormden we de geneeskundige troepen. Onze taak was natuurlijk medische zorg voor de manschappen te leveren, maar ook waren we een soort huisartsenpraktijk voor de plaatselijke bevolking. Er waren namelijk geen Libanese artsen in ons gebied. Elke dag, behalve zondag, hadden we een soort spreekuur voor de locals en ik moet zeggen, dat was een succes.

Onze geneeskundige service werd zeer gewaardeerd en men was erg blij met ons. Men kwam met allerlei klachten, van hoofd- en buikpijn tot ernstige zaken, verwondingen, schotverwondingen, zware tot zeer zware letsel als gevolg van verkeersongevallen. We hadden een tolk, een Libanees, die ook een winkeltje had.

Voor onze jongens waren wij natuurlijk ook vrijwel altijd aanwezig. Ook voor hun waren we een soort huisarts en een spoedeisende hulp. We zorgden voor vaccinaties (niemand was daartegen in die tijd), geslachtsziektes (opgelopen meestal in Israël, waarheen men op vakantie kon gaan) en diverse andere ziektes, waaronder soms ernstige. En dan waren er soms verwondingen door schoten.

Het ergste geval, dat ik heb meegemaakt was van een jonge chauffeur, die onderweg naar Beiroet in zijn buik was geschoten. Deze levensgevaarlijke verwonding is vrijwel direct geopereerd door een Griekse chirurg, die werkzaam was voor de PLO. De jongen heeft het overleefd, is enkele dagen opgenomen geweest in het militair hospitaal van Unifil en is toen naar Nederland teruggebracht. Ik heb hem daarbij begeleid, met een helikopter naar Beiroet, en vervolgens met een lijnvliegtuig naar Schiphol, waar we werden opgewacht door diverse journalisten.

Na een paar dagen verlof moest ik weer terug naar Libanon. De laatste 2 maanden van mijn verblijf bij Unifil, zat ik helemaal in het zuiden, tegen de Israëlische grens, bij de Charlie-compagnie. Dit was in die tijd een gevaarlijke plek; regelmatig werden we beschoten, voornamelijk door christelijke milities en soms schoten we terug. Ook waren er regelmatig zwaarbewapende Palestijnse groepjes, die probeerden richting Israël te komen en die wij moesten tegenhouden.

Dit waren soms best gevaarlijke momenten en er zijn jongens daardoor geestelijk beschadigd, met soms een langdurige PTSS als gevolg. Zo had ik mijn half jaar Libanon vrijwel achter de rug en ik moet zeggen, het was een tijd om nooit te vergeten. In de eerste plaats de geweldige sfeer, die er heerste onder de manschappen. We deden veel voor elkaar. In de 2e plaats de super nuttige functie die we als geneeskundige troepen hadden, voor de militairen, maar ook voor de plaatselijke bevolking.

Teruggekomen in Nederland moest ik lange tijd acclimatiseren

Ik heb nog een maand in het militair hospitaal gewerkt, maar was blij daarna af te zwaaien. Ik moest toen gaan zoeken naar een baan en dat is dus uiteindelijk bedrijfsarts/verzekeringsarts geworden.

Inmiddels ben ik sinds een paar maanden met pensioen en denk nog steeds met weemoed terug aan mijn tijd in Libanon.

Ben jij ook veteraan en zou je het fijn vinden om je verhaal te delen mail dan naar: destedenwijker@outlook.com