Duizendgatenpannenkoekjes

De naam zegt het al. Deze pannenkoekjes hebben wel duizend gaatjes! Ik heb ze niet geteld, misschien zijn het er ook wel niet precies duizend. Maar als de pannenkoekjes goed gelukt zijn zitten ze in ieder geval wel helemaal vol met gaatjes en voelen ze daardoor ook zacht en luchtig aan. De meest gebruikelijke topping is honing, maar ik heb gehoord dat sambal ook erg lekker kan zijn!

Ingrediënten

• 700 ml lauwwarm water
• 1 tl zout
• 2 tl suiker
• 1 tl vanille-extract
• 1 soepkom bloem
• 1 soepkom tarwegriesmeel
• 1 zakje bakpoeder
• 1 zakje gist

Bereiding

Het allerbelangrijkste om dit recept goed te laten slagen zijn een goedwerkende koekenpan en goed gerezen beslag. Je bakt deze pannenkoekjes namelijk zonder olie of boter; de koekenpan moet dus nog een goede anti-aanbaklaag hebben. Alleen als het beslag goed gerezen is krijg je het gaatjeseffect. Nadat het gerezen is moet je het beslag ook niet meer doorroeren!

Hoe begin je? Mocht je een keukenmachine of staafmixer hebben dan is het beslag voorbereiden zo gepiept. Moet je kloppen met de hand dan vergt het iets meer inspanning. Ik gebruik zelf een keukenmachine en voeg de ingrediënten toe in de volgorde hierboven. Vervolgens laat ik de keukenmachine draaien totdat er een egaal beslag ontstaat.

Laat het beslag een uurtje rusten. Na een uur zal je zien dat het gerezen is en zul je al bubbels in het beslag zien. De bubbels zorgen voor de gaatjes. De consistentie van het beslag moet net iets steviger zijn dan pannenkoekenbeslag. Je moet het wel soepel de pan ik kunnen gieten, maar het glijdt langzaam van je lepel. Mocht het beslag iets te dik zijn doe er dan heel voorzichtig een beetje water bij. Probeer niet teveel te roeren.

Zorg dat je koekenpan goed warm is. Zorg voor een middelhoog vuur. Giet per keer een soeplepel beslag in de pan. Nu is het moment van de waarheid! Hoe goed is jouw koekenpan? Als het goed is zie je nu langzaam allemaal gaatjes in de pannenkoek ontstaan. Wacht tot het gehele beslag droog is, ook aan de bovenkant en de gaatjes goed te zien zijn. Je draait deze pannenkoek niet om, maar legt hem meteen op een rooster om af te koelen, of hij gaat meteen het mondje van een hongerig kind in, want warm zijn ze het lekkerst.